Spelen op de kalkovens

De kalkovens rond 1970 (foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

‘Bijna mijn halve jeugd heb ik versleten op de kalkovens. Dat geldt ook voor mijn moeder (Trientje van Dijken 1901-1990) en ook voor mijn twee zonen, Piet en Bram.

De kalkovens zijn in 1876 gebouwd. Ze zijn genoemd naar de Indonesische vulkaan Merapie. Eppo Roelf Wigboldus bouwde de ovens. In 1889 nam zijn broer Roelf Roelfs Wigboldus de zaak over. Zijn zoon Harm Hillinus Wigboldus nam het in 1919 weer over. In 1979 werd de productie gestopt omdat de grotere schepen voor aan- en afvoer niet meer door het Damsterdiep konden.

In de ovens werd van schelpen kalk gebrand. Onderin de ovens werd stro gedaan waar bovenop de schelpen werden gestort. In de ovengaten werden ‘stoetturven’ gedaan, langwerpige turven. Iedere oven had drie pijpen waarin de turf werd gedaan. Waren alle gaten vol, dan werden ze aangestoken. Door het branden vielen de schelpen uit elkaar. Dit werd gezeefd, waardoor de kalk overbleef. De ongebluste kalk werd gebruikt als soort kunstmest voor op het land. Ook werd de kalk verwerkt tot witterskalk waarmee de binnenmuren van de kelders en de bedsteden werden wit gekalkt. Dat gebeurde meestal in het voorjaar. Alles rook dan weer lekker fris. Van de kalk werd ook metselkalk gemaakt.

In de tijd van mijn moeder vormden de kalkovens een kleine gemeenschap, een klein dorp op zich. Er stonden ook meer woningen dan nu. Voor aan de weg stond de pannenloods. Die staat er al lang niet meer. In de tijd van mijn moeder was het achterste deel van deze loods een woning. Later werd dit een schaftkeet. Liep je vanaf deze loods rondom de kalkovens (tegen de klok in) dan zag je een tweede woning die vanaf het kalkoventerrein net te zien was. Verder doorlopend om de ovens heen stond weer een woning. Deze woning was in gebruik als schuur voor een aantal koeien. Die waren van De Vries, de baas van de kalkovens. Zijn huis kwam je tegen als je bijna helemaal rondom de ovens was gelopen en weer bij de weg en het Damsterdiep kwam. Deze woning is in 1935 afgebroken. Toen is het fietspad langs de Rijksweg N 360 aangelegd. Het huis waar nu Van der Giezen woont, is la- ter gebouwd. Daar heeft De Vries eerst gewoond. Ook stond er nog een dubbele woning. Die heeft er nog lange tijd gestaan. En verder was er nog het grote tolhuis. Daar woonde in de tijd van mijn moeder kantonnier Dijkema met zijn gezin. In het tolhuis heeft ook de familie Willem Slagter gewoond. Ook het tolhuis is afgebroken voor de aanleg van het fietspad.

Ik speelde veel met de meisjes van De Vries, Diena, Lammie, Lieze en Johanna. We speelden verstoppertje en buiske lopen over de buizen van de ovens of tikkertje op de buizen. Als de schelpenzuiger was geweest zochten we de mooiste schelpen.’